Vandaag ga ik een lekker nerdy klusje doen. Ik maak namelijk een wilde gist om lekker glutenvrij levainbrood mee te bakken!
Dat is wat werk maar dan heb je wel de ideale gist om je eigen versgebakken en glutenvrije brood te maken met een knapperige korst. En eten smaakt nu eenmaal vaak lekkerder als het wat tijd gekregen heeft om te rijpen. En eigenlijk is het heel gemakkelijk.
Meestal begin ik met het maken van gist in het weekend. Een week lang geef ik dan al mijn liefde aan de glazen pot met inhoud die op een warme plek staat.
Dat houdt in dat ik de pot in de morgen en in de avond even flink schud. Dat is alles. Een week later is mijn gist dan klaar en bak ik heerlijk brood.
Het voordeel van wilde gist is dat je je gist in wording niet hoeft te voeden zoals bij zuurdesem. En als de gist op is maak je gewoon weer nieuwe met dezelfde ingrediënten.
Zo heb je altijd gist in voorraad om een brood mee te bakken.
De hoeveelheid die ik maak is namelijk genoeg voor één groot brood dat je eventueel kunt snijden en invriezen als je het niet in een keer op krijgt.
De ingrediënten
Het is belangrijk om biologische appels en abrikozen te gebruiken. Anders kan de wilde gist niet groeien. Het is ook belangrijk om de gedroogde, bruine abrikozen zonder zwavel (dus niet de gele) te gebruiken want ook dat voorkomt dat de gist zich ontwikkelt zoals het zou moeten.
Binnenkort post ik een recept voor een levinbrood gemaakt met wilde gist maar eerst gaan we die gist nu maken.
Zelfgemaakte wilde gist
Ingrediënten
2,5 dl lauwwarm water (gekookt en afgekoeld)
25 gr witte suiker
120 gr geraspte biologische appel inclusief schil en alles
65 gr gedroogde biologische abrikozen zonder zwavel. (je ziet het aan de kleur, ze moeten bruin zijn!)
Hoe doe ik het?
1. Doe het lauwe water en de suiker in een glazen pot. Schud de pot goed zodat het goed mengt.
2. Rasp de appel en voeg het toe aan het watermengsel.
3. Voeg de hele abrikozen toe aan het mengsel. Schud de pot goed en maak het deksel los om te voorkomen dat de pot ontploft door de gisting! Bedek de pot met een doek of plasticfolie om kleine vruchtvliegjes geen kans te geven.
4. Plaats de pot op een warme plaats bijvoorbeeld voor een raam of naast een kachel. Schud het ten minste elke ochtend en avond een keer.
5. Na ongeveer 3-4 dagen moet er een kleine hoeveelheid schuim in de pot zichtbaar zijn. De wilde gist zal bijna ruiken zoals alcohol of bier en klinken alsof het koolzuur is.
6. Na ongeveer 4-6 dagen is de wilde gist klaar. Er moeten dan veel bubbels zichtbaar zijn en de pot moet flink naar alcohol ruiken. Als het fruit in de pot om welke reden dan ook bedorven is zijn er verkeerde bacteriën bij geweest. Gooi in dat geval alles weg en begin opnieuw.
Zeef de wilde gist in een fijne zeef en bewaar de vloeistof! De vloeistof die na het zeven overblijft is je wilde gist.
De overblijvende vruchten kun je weggooien of eventueel gebruiken bij het koken. Zelf vind ik ze dan wat teveel naar alcohol smaken.
Bewaar de wilde gist in een glazen potje in de koelkast. Het blijft zo ongeveer 2 maanden goed.
Laat de pot 24 uur voor gebruik op kamertemperatuur komen. Op die manier zal de gist weer wakker worden. Maak voor het op temperatuur komen de deksel los om te voorkomen dat er te veel gistingsdruk in de pot ontstaat.
Dit recept is van nature vrij van gluten en lactose.
Pingback:Knapperig levainbrood met wilde gist - TASTECELEBRATION